vrijdag 9 juli 2010

Paul Auster – Onzichtbaar

Het laatste boek van het vakantieleesvoer, 'Onzichtbaar' van Paul Auster, dat ik vandaag pas in de metro uitgelezen heb. De op de flaptekst aangekondigde driehoeksverhouding blijkt slechts een klein deel van het boek te beslaan. Pas gaandeweg blijkt dat het hier eigenlijk om een raamvertelling gaat. Dan is Austers grote spel met werkelijkheid inmiddels al aardig op weg.

'Onzichtbaar' is een fascinerend spel met feit en fictie. In het ene hoofdstuk worden overtuigende beweringen verkondigd, met een stelligheid en een oog voor detail die de geloofwaardigheid ten goede komen. In latere hoofdstukken wordt alles echter weer glashard ontkend. En omgekeerd. Wat is waar en wat niet? Door de manier van vertellen schept Auster een steeds grotere afstand tot zijn hoofdpersoon Adam Walker, waardoor het steeds moeilijker wordt om te achterhalen wat de waarheid is.

Het zomerhoofdstuk is het hoogtepunt van de roman. Er wordt vrijelijk gesproken over emoties, over handelingen puur vanuit je gevoel en hoe logisch het is welke dingen je doet als je je hart volgt. Zo bezien is het volkomen te begrijpen welke acties Adam Walker onderneemt. Daarentegen zijn de acties van Walker zo afschuwelijk, walgelijk en weerzinwekkend dat dit nooit goed te praten is. Of toch wel, vanuit Walkers emoties gezien? 'Onzichtbaar' is een verbluffend staaltje werk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat een reactie op dit bericht achter!