woensdag 12 december 2012

Groot Dictee 2012

Dit jaar helaas niet zelf meegedaan – en nee, dat heeft niets te maken met het feit dat ik niet door de voorrondes ben gekomen, maar eerder met dat ik er pas een paar minuten voor aanvang achterkwam dat het vanavond was – maar deze mooie tekst van Adriaan van Dis wil ik jullie uiteraard niet onthouden.
---

Zijn waar wij niet zijn
De dichter Charles Baudelaire die zonder kitschtrukendoos de schoonheid blasfemeerde door uit modder goud te destilleren, vergeleek het leven met een ziekenhuis waarin iedere patiënt coûte que coûte een ander bed opeist. Zo wenst de een het behaaglijk comfort van een vredige twee-onder-een-kapwoningwijk, de ander de kick van een no-goarea.

Wij willen zijn, waar wij niet zijn. Scheepsarts-dichter Slauerhoff, die alle wereldzeeën bevoer, werd godbetert een gedweeë dorpsdokter en jeremieerde dat op plattelandse achterafplaatsjes never nooit een laag-bij-de-grondse boerenkop werd gesneld.

Ervan uitgaande dat in een a-priorikeus ook een verlies besloten zit, wik en weeg ik mij een ons. Wat wordt het? Een armeluisleven zoals monniken propageren of de verrukkelijke weelde van de nouveaux riches?

Een megasimpel ge-sms’te mededeling of een minutieus gekalligrafeerd epistel? Zie ik zelf oorgelabelde vaarzen in halfduistere ophokstallen staan, dan verlang ik stante pede naar ruziënde orang-oetangs in een orchideeënrijk regenwoud.

Als ik spiksplinternieuwe suède molières of brogues moet inlopen, wil ik tegelijkertijd blootsvoets een mangrovebos in de afrotropische ecozone binnendringen. Spring-in-'t-veldleeuweriken in ruilverkavelde weiden doen mij verlangen naar de smaragdgroene valleien in Papoea waar een variëteit aan kasuarissen tussen de clangebieden weidt.

Deze strikt solitaire loopvogel met een basstem onder de drieëntwintig hertz wordt zelfs niet door oerwoudgeluidenervaren jagers gepercipieerd, laat staan door de sinds het indonesiseringsprogramma geëxcommuniceerde missionarissen.

Het extreme lokt meer dan het modale, de imperatief meer dan het ja en amen van de hofdignitaris. Dus liever hermelijn dan een livrei. Maar eenmaal geëquipeerd met een peniskoker, dan lokt de Volendammer broek. Na de Eiffeltoren de in- en intrieste metrobuis.

Zit ik voor een weids uitzicht mezelf te goed te doen aan de subtiel gearrangeerde amuses van een vijfgangendiner, dan wens ik me een patatje met uit de snackbar om de hoek. Deep down is het ik-besef tweeërlei: zowel burgemeester als swiebertje zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat een reactie op dit bericht achter!