Gisteren zat ik met een paar scholieren in de metro die blijkbaar onderweg waren naar een proefwerk Frans. Ze zaten met voorzetsels en voornaamwoorden te stoeien. 'Hij spreekt over het werk. Hij spreekt erover.' 'Il parle du travail. Il en parle.' Of is het 'il y parle'? 'Hij spreekt tegen Henri over het werk. Hij spreekt hem erover.' Dat wordt dan, denk ik: 'Il parle à Henri du travail. Il lui en parle.'
Tenminste, als ik het mij goed herinner… Zijn er andere regels wanneer je het over personen hebt? Hoe zit het met hoeveelheden? Dat soort vragen vlogen gisterochtend door de metro. Ik heb zelf eindexamen Frans gedaan en ik wist echt niet wat de juiste regels ook alweer waren. Helaas, die kennis was te ver weggezakt. Kan er iemand het mij kort en duidelijk uitleggen hoe dit ook alweer zit?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie op dit bericht achter!