maandag 11 januari 2016

Strangers When We Meet



David Bowie, de man die een prominente rol heeft gespeeld in mijn muzikale vorming, is niet meer. Ooit de enige artiest van wie ik alle albums had. Nou ja, 'Blackstar' nog niet, maar dat is pas afgelopen vrijdag uitgekomen. Bij elkaar goed voor 50 (!) jaar popgeschiedenis. Toegegeven, ook van andere artiesten heb ik inmiddels alle albums, maar dat is lang niet zo’n uitgebreide discografie.

Mijn eerste kennismaking met Bowie was rond 1995, met (ironisch) 'Strangers When We Meet'. Een nummer dat mij nog steeds, ruim twintig jaar later, enorm kan boeien en er nog steeds voor zorgt dat ik het de rest van de dag neurie. Mijn interesse was gewekt: wie was deze artiest? Dus mijn eerstvolgende aankoop in de platenzaak was de verzamel-cd van Bowie, met alle singles van 1969 tot 1987.

Mijn aandacht werd direct getrokken door twee liedjes: 'Ziggy Stardust' en 'Heroes', totaal verschillende nummers. De bijbehorende albums, respectievelijk een concept-rockalbum en een industriële plaat, waren betoverend. Ik was verslaafd; ik moest en zou alle andere albums ook hebben. Ja, alles, dus ook de matige commerciële albums halverwege de jaren tachtig en het ietwat vreemde 'Tin Machine'-tijdperk.

Het popvenster van mijn leven, de invloedrijke periode tussen 15 en 25, wordt gedomineerd door één artiest: David Bowie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat een reactie op dit bericht achter!