woensdag 28 september 2011

Op gesprek

FICTIE

maandag
Hee, post. Een brief van de NZT. "Geachte heer van Dijk…" Dat zijn dus meteen al minpunten. Als dat stelletje prutsers niet eens voldoende kennis van de Nederlandse grammatica heeft om mijn naam op de juiste manier te schrijven, laat dan maar zitten. "Naar aanleiding van uw sollicitatie naar de functie van medewerker Economie delen wij u het volgende mede." Ah, daar komt het. Zou mijn verstuurde e-mailtje de moeite van de bits en bytes waard geweest zijn? Kijk nou: "Wij willen u graag uitnodigen voor een sollicitatiegesprek. U wordt verwacht op vrijdag…" Kijk, tegen een oud-hoofdredacteur van de Condor kunnen ze natuurlijk geen nee zeggen. Duidelijk. Dat zal wel komen doordat ze mijn artikel over marktwerking in de zorg gelezen hebben.

Iedereen klaagt maar dat ze ondanks hun master-titel maar moeilijk aan een baan komen. En mijn tweede brief is al meteen raak. Kijk, zo doe je dat. Hadden ze ook maar wat activiteiten naast hun studie moeten ontplooien.

donderdag
Oh ja, morgen solliciteren. Laat ik het maar eens voorbereiden dan. Even de website van de NZT bezoeken. Bla di bla… Onafhankelijke toezichthouder, zorgsector efficiënt laten functioneren, financiële prikkels, marktwerking, et cetera. Er staat nog iets van een jaarverslag op de site. Misschien moet ik dat even doornemen? Mwah, laat maar zitten. Zal zich morgen wel vanzelf wijzen in het gesprek.

Hoe kom ik er eigenlijk? Even op Google Maps kijken? Hmm… niet echt op loopafstand van het station. Gaat er een bus? Ook niet echt. Leuk zo’n nieuw ontwikkeld bedrijventerrein, maar een beetje rekening houden met de autoloze medemens ho maar. Ziet er als een ideale plek in de ochtendspits: net voordat de rijstroken dicht beginnen te slibben kun je daar de snelweg af. Mooi hoor, maar wat als je nou geen auto hebt? Dan maar een stadsbus vanaf het station. 15 minuten lopen, beter dan dat wordt het niet. En anderhalf uur van tevoren weg, hoewel het maar een halfuurtje rijden zou zijn. Slecht geregeld, NZT.

Ik kan het boemeltje nemen. Dat scheelt twee haltes en een paar euro. Maar ik doe er ook twintig minuten langer over. Ik loop wel naar Centraal om de intercity te nemen.

vrijdag
De mooie Zuid-Hollandse en Utrechtse polderlandschappen trekken aan me voorbij. Dat wordt zo natuurlijk mijn dagelijkse uitzicht. Of nee, natuurlijk niet. Snel een auto kopen natuurlijk en dan gewoon via de snelweg.

Om nou te zeggen dat de NZT in een warm, flitsend of inspirerend gebouw zit… Nee. Een groot, grijs betonblok. Nou ja, als je binnen zit, zie je dat niet. Daar moet ik me dan maar op instellen.

Ik heb mijn gesprek met ene mevrouw Noordzij en ene meneer Brussen. Met zijn grijze colbertje en die rare slag in zijn haar is Brussen al haast net zo stoffig als het gebouw waar we in zitten. Hoog tijd dat ik hier de boel eens wat kom opfrissen. Aan wie doet Brussen me nou toch denken? O ja, de baas van Gerard Cox uit dat vreselijke programma dat door moet gaan voor een Nederlandse komedie. Het is droef gesteld met de komedie in dit land als dat de maatstaf is.

Mevrouw Noordzij lijkt het gesprek beter te hebben voorbereid. Of ze is in ieder geval recenter naar de kapper geweest. En ze is wat modieuzer gekleed dan Brussen, hoewel dat natuurlijk niet zo moeilijk is. Ze oogt zakelijk. Misschien is ze afdelingshoofd?

Het gesprek begint met een voorstelrondje. Wat is de NZT en wat doen Noordzij en Brussen hier eigenlijk precies? Kunnen we dit gedeelte niet gewoon afdoen met een organogram? Gewoon een paar vakjes en een paar lijntjes en dan aangeven waar zij ergens zitten? Wat kan mij het nou schelen uit hoeveel clusters de NZT bestaat, wat de verbindende aspecten zijn binnen de organisatie en hoe de onderlinge verantwoording geregeld is? Ik kom hier voor een baan. Dat interne geharrewar zoek ik later wel uit.

Of ik iets over mezelf wil vertellen. Wat een vreemde vraag. Ze weten toch wie ik ben? Dat staat in mijn brief en in mijn cv. Ik heb nota bene mijn hele cijferlijst opgestuurd en een editie van de Condor. Dat moet toch voldoende zijn? Waar ze nu om vragen, weten ze allang. Maar goed, ik zeg nog even voor de vorm dat ik pas afgestudeerd econoom ben en oud-hoofdredacteur van de Condor. Er gebeurt niets. Het woord Condor leidt niet tot de gebruikelijke blik van herkenning. Ze gaan me nou toch niet vertellen dat ze die niet kennen? Iedereen kent de Condor toch? Iedereen in de juiste kringen – die van mij uiteraard, laat daar geen misverstand over bestaan – kent de Condor. Ik word in de C-hal voortdurend herkend en aangesproken door mensen. Gaan ze mij nu echt vragen of ik dat wil uitleggen? Wat is dit voor stelletje prutsers? Hebben ze dit gesprek wel goed voorbereid?

Nou goed, ik heb mezelf voorgesteld. Nu willen Brussen en Noordzij weten waarom ik op deze functie gesolliciteerd heb. Het niveau van mijn gesprekspartners blijft me verbazen. Ze zoeken een medewerker Economie, ik ben econoom, dus dat lijkt me duidelijk. Wat zouden ze in godsnaam nog meer willen weten?

Noordzij en Brussen lijken verbaasd door mijn reactie. Ze omschrijven het als een functie voor een bedrijfseconoom, iemand die de cijfers van de NZT op orde kan brengen en daar voldoende kennis van heeft. Oh, ze zoeken dus blijkbaar een boekhouder. Geen econoom. Ja, een bedrijfseconoom, maar iedereen weet dat dat niet meer zijn dan veredelde boekhouders. De echte econoom houdt zich niet bezig met debiteuren en crediteuren, maar met wetenschap, het onderzoeken van theorieën en het elimineren van factoren. Niet of de afdeling dit jaar winst maakt of niet. Daar zijn boekhouders voor.

Of ik even wil benoemen wat mijn goede en slechte punten zijn. Nou, dat vind ik nogal persoonlijk. Ik ga toch ook niet vragen wat hun slechte punten zijn? Liever hoor ik wat ze mij kunnen bieden. Zij hebben mij uitgenodigd op gesprek, zij hebben gevraagd of ik op gesprek wil komen en dan zou ik nu moeten zeggen wat er mis is met mij? Wat een rare gang van zaken.

Heb ik wel eens in een conflictsituatie gezeten? Natuurlijk, iedere week weer op de redactievergadering. Hoe heb ik dat opgelost? Nou gewoon, de knoop doorgehakt omdat ik het nu eenmaal voor het zeggen heb. Allemaal leuk en aardig dat democratische gedoe proberen je in te leven in elkaars standpunten, maar uiteindelijk ben ik het die verantwoordelijk is voor de nieuwe editie. Dan kunnen we moeilijk iedere vergadering vullen met het beantwoorden van de vraag of het wel noodzakelijk is dat we iedere week bij elkaar komen. Het is niet mijn schuld dat mijn redacteuren de aandachtspanne van een klein kind hebben en dat ze al mijn opmerkingen – en die van alle andere mensen – ter discussie proberen te stellen.

Ik word hartelijk bedankt voor mijn komst. Ze laten nog weten of ze met mij naar de tweede ronde willen. Dan kan ik kennismaken met andere collega’s, ongetwijfeld. Vreemd dat dat tweede gesprek niet meteen hierna plaatsvindt. Dat heeft misschien te maken met de beschikbaarheid van die andere collega’s? Misschien werken die niet op vrijdag.

Na het tweede gesprek vindt het arbeidsvoorwaardengesprek plaats. Maar dat zie ik tegen die tijd wel.

Hoe kwam ik ook alweer bij de bushalte? Ik zet mijn GPS wel even aan. Hoe laat is het eigenlijk? Kijk nou, ik had eigenlijk nog 20 minuten te gaan in het gesprek. Ach, hoe lang kun je zo’n gesprek nou eigenlijk rekken? Hoewel ik natuurlijk nog uren kan praten over mijn volledige vakkenpakket en alle edities van de Condor die ik gemaakt heb.

zaterdag
Hee, post. Een brief van de NZT. Nu al? Dan moeten ze die brief zo’n beetje ogenblikkelijk op de post hebben gedaan nadat ik daar binnen ben geweest. Nou ja, dan weet ik tenminste snel wanneer ik terug mag komen. Kwaliteit is natuurlijk meteen duidelijk. Dat wisten ze waarschijnlijk al binnen een paar minuten. De brief lijkt weinig tekst te hebben. “Naar aanleiding van uw sollicitatiegesprek…” bla di bla.

Afgewezen. Ze willen de procedure niet met mij voortzetten. Al dat gepraat over een tweede gesprek en arbeidsvoorwaarden? Dat is blijkbaar niet voor mij. Als ik er behoefte aan heb, kan ik even bellen met mevrouw Noordzij. Op zaterdag? Nou nee dus. “Tijdens kantooruren”. Maandagmorgen op zijn vroegst dus. Ze bekijken het maar. Alsof ik nog zin heb om daar te werken. Ik zoek wel iets wat beter bij mij past. Iets waar ze de Condor tenminste wél kennen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat een reactie op dit bericht achter!